Gemeenten voor bijen
Met alle parken, gazons, bermen en ander openbaar groen kun je als gemeenten heel veel betekenen voor bijen in Overijssel. En dat is nodig, want uit onderzoek dat vorig jaar is gedaan door EIS Kenniscentrum voor Insecten, blijkt dat in Overijssel 54% van de soorten is afgenomen. Met de juiste aanplant, inrichting en beheer creëer je gunstige omstandigheden voor bijen en vele andere nuttige insecten. Kijk daarbij vooral ook naar strategisch plekken die veel kunnen opleveren.
Is jouw gemeente al bijvriendelijk? Meld je dan bij Nederland Zoemt aan om in aanmerking te komen voor de titel bijvriendelijk gemeente of zelfs de meest bijvriendelijke gemeente van Nederland!
Wij helpen je op weg!
Wil je aan de slag en kun je wel wat professionele hulp, tips en ideeen gebruiken? De Bijenbeweging biedt gemeenten de helpende hand. Je kunt gebruik maken van onze Bijenhelpdesk om samen met jou en je collega's een eigen bijenplan te maken. Door een subsidie van de provincie en EIS Kenniscentrum voor insecten kost dit slechts 500 euro. Ook is het mogelijk een uitvoeringsbudget aan te vragen voor de aanleg van een bijenidylle. Zie hieronder de flyer.
Inzaaien?
Het inzaaien met bloemenmengsels is een zeer tot de verbeelding sprekende actie, waardoor je bij een breed publiek een signaal en voorbeeld geeft dat we moeten zorgen voor meer bloemen in stad en zeker buitengebied. Echter, inzaaien is geen effectieve, structurele oplossing voor onze bijenpopulatie. Inzaaien is vooral een manier om plantensoorten in de vegetatie (terug) te krijgen in gebieden waar weinig natuurlijke zaadbronnen in de omgeving aanwezig zijn of om in korte tijd een bloemrijke éénjarige vegetatie te ontwikkelen (bijvoorbeeld op braakliggende terreinen). Het belang van goed maaibeheer is prioriteit nummer 1.
Wil je toch bloemen inzaaien, let dan op het volgende:
- Kies bloemen die voor bijen aantrekkelijk zijn. Vooral zaadmengsels met veel lip- en vlinderbloemen komen hiervoor in aanmerking.
- Zorg voor variatie in bloeitijd. Sommige bloemen bloeien vroeg in het jaar, andere laat. Houd hier rekening mee. Zie voor meer informatie de website drachtplanten.
- Kies bloemen die in het gebied ook van nature voorkomen. Dit verhoogt de kans dat de bloemen daadwerkelijk door veel verschillende soorten bijen bezocht gaan worden. Een manier om op natuurlijke wijze de ontwikkeling van bloemrijke bermen te stimuleren is het uitstrooien van maaisel of plagsel afkomstig van een ander bloemrijk hooiland. Gebruik hiervoor bij voorkeur 'streekeigen' maaisel of plagsel uit een nabij gelegen gebied met vergelijkbare bodemsamenstelling en vochthuishouding. Dit vergroot de kans van slagen.
- Gebruik zaadmengsel waar geen chemische bestrijdingsmiddelen voor zijn gebruikt. Kijk bij de Bolster en de Cruydthoeck.
- Kies ook bloemen die twee- of meerjarig zijn. Mengsels met uitsluitend eenjarige bloemen (zoals de populaire klaprozen) moeten vaak ieder jaar opnieuw ingezaaid worden. Mengsels met meerjarige bloemen gaan langer mee, maar hebben wel goed beheer nodig (maaien en maaisel afvoeren), anders nemen grassen het in veel gevallen over en moet er opnieuw ingezaaid worden.
Aanleg en maaibeheer
Ook jouw gemeente is belangrijk voor de bescherming van bijen. Jullie beheren vele m2 groen en kunnen vooral in het buitengebied via bermen en slootoevers (als verbindingszones) bloemen terugbrengen in het landschap. Welke bomen, struiken en planten zijn geschikt? Op de Bijenhelpdesk Openbaar groen vind je hiervoor adviezen. Naast aanplant en inzaaien is het beheer belangrijk. Stop met klepelen, maai zo laat en min mogelijk, laat maaisel liggen voor verspreiding van zaden en voer vervolgens af.Variatie is het sleutelwoord in het beheer. Zonnige zandige plekken, dood hout en kleine landschapselementen als houtwallen zijn bovendien belangrijk voor nestgelegenheden.