Watervogels zwaan
Ook zwanen kunnen geveld worden door vogelgriep

Wat moet je doen als je een dode (water-)vogel vindt?

Vogelgriep H5N8 die momenteel heerst in Nederland, is een variant van het vogelgriepvirus. Het virus is besmettelijk en dodelijk voor vogels. Ook mensen kunnen besmet worden, maar dit lijkt vooralsnog niet erg gevaarlijk. De symptomen van de H5N8-variant van de vogelgriep bij een mens lijken op een milde vorm van griep. De meest voorkomende symptomen zijn: koorts, hoofdpijn, koude rillingen, hoesten en zwakte.

Ondanks het lage risico op dit moment adviseren wij toch met enige voorzichtigheid om te gaan met dode vogels. Bij (water)vogels die in de vrije natuur zijn gestorven aan de vogelgriep, zal het virus vooral aanwezig zijn in de vogelpoep. Contact hiermee moet dus zoveel mogelijk voorkomen worden.

Plan van aanpak

Kom je een of meer dode vogels tegen, bijvoorbeeld bij een rondleiding of het zoeken naar boerenlandvogels, meld de vondst dan bij SOVON of DWHC. Deze meldingen gezamenlijk geven deze organisaties een beeld van het verloop van de uitbraak. Daarnaast kan DWHC beslissen of het nodig is karkassen op te halen voor vogelgriepdiagnostiek. Zo blijft men op de hoogte van de locaties en infectiehaarden van vogelgriep.

Maatregelen op een rijtje

  1. Meld de vondst bij Sovon of DWHC.
  2. Raak de kadavers niet aan
  3. Laat het opruimen over aan professionals
  4. Betreft het 1 vogel en heb je (toevallig) een spade tegen: begraaf de vogel direct
  5. Moet je toch (helpen) de dode vogels verwijderen, draag dan de hierna genoemde beschermende middelen.

Beschermende middelen

  • Wegwerpoverall
  • Latex wegwerphandschoenen
  • Werkhandschoenen
  • Rubberen laarzen
  • Mondkapje (minimaal FFP2 klasse)
  • Veiligheidsbril
  • Ontsmettingsmiddel (bijvoorbeeld Sterillium)
  • Kadaverzakken of stevige vuilniszakken
  • Tie-wraps of tape om de zakken dicht te plakken
  • Schep, blik of schepnet

Veiligheidsblad 'Vogelgriep' (it Fryske Gea)

Werkwijze

Raak de kadavers NOOIT met blote handen aan.

Bij het vinden van een enkele dode vogel kan de vogel worden begraven. Met een spade kun je de kadavers direct begraven. Houd met een schop de kadavers ook op afstand.

Zijn er meer dode vogels dan is het verstandig om deze te (laten) ruimen. Doe dit door eerst de voorgeschreven PBM's aan te doen en vervolgens een vuilniszak over het kadaver te leggen Door het kadaver met zak en al op te pakken en in de zak te laten glijden voorkom je contact met de vogel. Stop het kadaver met zak en al in een tweede vuilniszak of in een kadaverzak. Of raap de kadavers met een schep, blik of schepnet. Maak de zak goed dicht met een tie-wrap of tape. Kadavers kunnen in de meeste gevallen naar een depot bij de gemeente worden gebracht. Neem vooraf contact op met de gemeente om zeker te weten dat dit mogelijk is.

Inspecteer tevens de directe omgeving rond de kadavers op meer zieke en/of dode dieren.

Hygiëne

Na het verzamelen van de kadavers ontsmet u de handen met ontsmettingsmiddel. U trekt de wegwerp-persoonlijke beschermingsmiddelen uit, stopt deze in een vuilniszak en maakt ook deze zak goed dicht.

Laarzen, gereedschap, de zak met kadavers en eventueel handschoenen die in contact zijn gekomen met de kadavers moeten worden ontsmet met een desinfectiemiddel (bv. Sterillium Desinfectie Lotion). Hiervoor is een plantenspuit met desinfecteermiddel handig. Een dunne nevellaag op de middelen is ruim voldoende. Omdat het virus kan worden verspreid door de ontlasting van de vogels, is het belangrijk om de laarzen en ander materiaal goed schoon te maken. Hierna ontsmet u nogmaals de handen met Sterillium.

De zak met kadavers en de vuilniszak worden op een reinigbare ondergrond in het vuile gedeelte van de auto vervoerd en vervolgens afgeleverd bij een kadaververzamelpunt van de gemeente.

Toch ziek geworden?

Mocht u binnen 10 dagen na in contact te zijn geweest met kadavers van wilde (water)vogels toch griepklachten krijgen, neem dan contact op met uw huisarts of de GGD. Vertel dan dat er mogelijk contact is geweest met kadavers van wilde (water)vogels. Meld het ook bij de coördinator van je werkgroep en bij Marja van Harten, coördinator Boerenlandvogels in Overijssel. Meld het ook bij de werkgever en de bedrijfsarts