Dronepiloot in dienst van boerenlandvogels
Als ik Jos Wennemers naar zijn mooiste ervaring vraag, hoeft hij niet lang na te denken. “Dat is die keer dat de dronepiloot vier jonge tureluurs spotte. Het weiland zou die dag gemaaid worden. Ik ging het veld in maar vond er maar drie. Die vierde moesten we natuurlijk ook hebben. Na veel zoeken zagen ik hem, in de sloot. Ik ben toen in het hoge, natte gras gaan liggen en heb ik zo ook die vierde kunnen pakken. Ik was kletsnat maar kon de vogeltjes over de sloot naar een al gemaaid weiland brengen”.
Drone met drie camera's
Jos Wennemers is de initiatiefnemer van de werkgroep ‘Opsporen en Redden’ van de IVN afdeling Hellendoorn - Nijverdal. De werkgroep zet zich samen met grondeigenaren in om slachtoffers van landbewerking, zoals door maaimachines en bemesting, te voorkomen. Daarbij gebruiken ze sinds kort de nieuwste techniek: een eigen drone met een warmtecamera, infraroodcamera en zoomcamera. De groep oefent nu in het Hellendoornse Broek om de drone goed te leren kennen.
Scholeksters maar ook reekalven
“Een drone is minder verstorend voor de vogels en je kunt met minder mensen meer doen” zegt Jos. “We vliegen op ongeveer 35 meter boven het veld. Als de warmtecamera iets ziet, gaan we er recht boven hangen en zoomen in om te zien wat het is. We kunnen zo’n 2 tot 2,5 uur vliegen. De software is zo ingesteld dat de drone altijd op tijd weer terug vliegt naar zijn uitgangspositie. Op dit moment, zo eind maart, zien we vooral veel hazen. Later in het jaar zijn dat scholeksters, kieviten, wulpen, grutto's en tureluurs en ook reekalven”.
Samenwerken met boeren
Boerenlandvogelgebieden met een speciale status zijn er niet in de gemeente Hellendoorn. Er is dus geen vergoeding voor het beschermen van nesten. Jos: “Onze inzet is gratis en landeigenaren doen mee op basis van vrijwilligheid. Er is al veel belangstelling, niet alleen van boeren maar ook van waterschappen en natuurorganisaties. Overleg met de landeigenaar is belangrijk en gemaakte afspraken kunnen verschillen. De ene keer geven we de coordinaten van nesten door zodat men zelf maatregelen kan nemen, een andere keer gaan wij het veld in om nesten te beschermen en/of te markeren. Het mes snijdt aan twee kanten. Vogels en wild worden gered en burgers en boeren worden zich meer bewust van natuurbehoud. Alle waarnemingen worden doorgegeven aan de Boerenlandvogelmonitor”.
Ook op andere plekken in Nederland gebruiken ze een drone, kijk even mee
Vroeg uit je bed
Het werk gebeurt minimaal in viertallen. Twee besturen de drone en de anderen gaan het veld om nesten te markeren met bv bamboestokken. Daarvoor moeten de vrijwilligers wel vroeg het warme bed verlaten. De warmtecamera werkt het beste als de omgevingstemperatuur laag is en het verschil met iets wat warm is dus zo groot mogelijk is. Jos en zijn collega’s staan dan vaak al voor zeven uur in het veld. “Maar dat is ook wel het mooie van het werk. Dat je zo ’s ochtend buiten bent, als de zon opkomt en je de weidevogels ziet en vooral ook overal om je heen hoort. Prachtig. “Hier doet ik toch voor” hoor je dan mensen vaak zeggen”.
IVN kan helpen met schooling
De werkgroep startte klein maar na een artikel in de krant meldden zich veel nieuwe geinteresseerden. Ze zijn nu met twintig mensen, de jongste is veertien jaar. Jos: “Het zijn mensen van heel diverse pluimage. Niet alleen natuurliefhebbers maar ook ervaren drone-piloten die het vooral leuk vinden om met deze speciale drone te vliegen. Maar we kunnen nog wel meer mensen gebruiken. Vooral als alle boeren tegelijk gaan maaien of mesten kan het druk zijn. En heb je nog niet het noodzakelijke vliegbewijs? Het IVN kan helpen met scholing”.
