Biodiversiteit 5x DIY
De natuur is uit balans en daarmee is het voortbestaan van dier- en plantsoorten in gevaar. Soorten hebben elkaar nodig om te overleven. En wij mensen horen daarbij. Doen we niets om die biodiversiteit te herstellen, dan brengen we ons eigen voortbestaan in gevaar.
Het heel oude gezegde ‘Verbeter de wereld en begin bij jezelf’ is ook hier weer van toepassing. Biodiversiteit is immers niet iets wat enkel de verantwoordelijkheid is van boeren, milieuorganisaties, gemeenten of de overheid; we kunnen er allemaal aan bijdragen.
Dit is de top 5 van GroenBezig waarmee je direct aan de slag kunt.
1. Plaats een nestkastje of insectenhotel
Vogels, vleermuizen, bijen en insecten vinden steeds minder beschutte plekken voor hun nestjes in de stad. Je kunt ze een beetje helpen door een nestkastje of insectenhotel op te hangen op je balkon of in je tuin. Een insectenhotel maak je gemakkelijk zelf. Op de site van natuurmonumenten staat een leuke beschrijving.
Heb je wat ruimte in je tuin, maak dan een rommelhoekje met takkenbossen, plantenresten, dorre bladeren. Vogels, insecten en egels vertoeven er graag!
2. Vervang tegels voor bloemperken, en/of leg een groendak op je afdak of schuurtje
Heb je veel terras? Dan kun je er wat tegels uitwippen en er kruiden of bloemen inzetten. Niets is lekkerder dan kruiden uit eigen tuin door je eten. Vogels en insecten genieten er ook van; ze kunnen er schuilen en eten van de nectar.
En wist je dat groen je tuin ook koeler maakt? Geen gek idee met de steeds warmere zomerdagen. Behalve je terras kun je ook je schuur- of afdak vergroenen. Een groendak is niet moeilijk om aan te leggen. Je koopt een groendakpakket met vetplantjes gewoon op de rol. Uitrollen, bevestigen en de regen doet de rest. Het ziet er heel fijn uit en het blijft ook nog eens extra koel onder zo’n groendak, want groen isoleert.
3. Maai minder
Wij Nederlanders houden van netjes. Een strak gemaaid gazon oogt weliswaar netjes, maar beestjes hebben er niets aan. Niet boven de grond en ook niet onder de grond. Als je het wat minder maait, bijvoorbeeld één keer per maand, dan krijg je vanzelf bloeiende kruiden in je gazon. Daar komen vlinders en bijen op af. En ook onder de grond wordt het interessanter voor wormen en torretjes. Of ga nog een stapje verder en maak van je gazon een bloemenweide met veldbloemenzaad. Je tuin wordt er leuker van en je hoeft minder te doen. Dat is nog eens win-win!
4. Houd het donker
Je ziet heel veel mensen die hun tuin ’s avonds verlichten. Dat staat misschien gezellig, maar het verstoort het nachtritme van bijvoorbeeld vleermuizen en nachtvlinders. En dieren die ’s nachts slapen hebben ook last van al dat licht. Doe lekker het licht op je balkon en in de tuin uit of zet de lampen op een bewegingsmelder. Het bespaart je nog energie ook. Dus deze actie is wel heel gemakkelijk: doe het licht uit!
5. Zorg voor water in je tuin
Water brengt nieuw leven. Zet een bak water op je balkon of graaf een diervriendelijke vijver in je tuin. Vogeltjes komen er baden en drinken. En als je de oever niet te stijl maakt, zullen ook egels een slokje komen halen. Die kunnen trouwens goed zwemmen, wist je dat? In de oeverplanten komen libellen naar eten zoeken en eitjes leggen. Is er ruimte genoeg, dan krijg je misschien ook wel bezoek van kikkers, padden of salamanders.
Tip voor oever- en waterplanten: watermunt op de oever ruikt heerlijk en trekt vlinders aan. De gele lis en dotterbloemen zijn favoriet bij libellen en maken een plaatje van je vijver.
Kun je hiermee uit de voeten? Laat ons zien wat jij gedaan hebt voor de biodiversiteit en post het op facebook of instagram.