Recensie “Gevaar in het plantenrijk”
Het boek bevat kleine overzichtelijke hoofdstukken met verhalen over planten, hun gevaren, maar ook hun uitdagingen om te overleven. Het boek is verdeeld in 5 delen: Over planten, Over mens en plant, Het plantenrijk, Planten in Nederland en Geneeskrachtige planten. Ieder deel begint met een verhaal, waarna er diverse planten en situaties aan de orde komen. Dat klinkt heel saai en systematisch, maar net als het plantenrijk zelf: het is boeiender dan je in eerste instantie zou denken. De teksten zijn zo opgesteld dat iemand die niet biologisch geschoold, is de uitleg kan begrijpen.
“De natuur heeft geen mensen nodig, maar wij mensen kunnen niet zonder natuur”
Het eerste dat aan dit boek opvalt, is de prachtig gekleurde kaft, die vol staat met planten en bloemen. En dat zet zich door aan de binnenzijde: het 128 pagina’s tellende boek staat vol met prachtige illustraties, gemaakt door János Bittenbinder (vader van één van de schrijvers) en Dagmar Heikens, en foto’s.
Deel 1 gaat over kenmerken van planten en wat planten bijzonder maakt.
Deel 2 gaat over het ontstaan van het plantenrijk en de evolutie van planten.
Deel 3 gaat over Carl Linnaeus, een Zweedse botanicus, die in 1732 naar Lapland ging om daar onderzoek aan planten te doen. Hij was één van de eerste onderzoekers die planten op een systematische manier vastlegde en een naam gaf.
Deel 4 gaat over ‘gevaarlijke’ planten. Waarom zijn planten giftig en dus voor mens en dier (maar niet voor alle) gevaarlijk? Er worden planten beschreven in Nederland die giftig zijn, waarbij de giftige stof vermeld wordt, of het dodelijk is en hoeveel je ervan binnen moet krijgen. Wist je dat de honing die bijen bij de Blauwe Monnikskap verzameld hebben, daardoor ook giftig is? En dat de rups en de vlinder van de Monarchvlinder giftig worden van de zijdeplanten waarop ze leven?
Er zijn vleesetende planten, parasitaire planten, planten met stekels, haren die afbreken of doornen. Er zijn planten die dieren gebruiken om zich te beschermen.
De dood van Socrates (door de gevlekte scheerling) komt aan bod, maar ook de Reuzenberenklauw.
Deel 5 gaat over planten als medicijn, maar ook over heksenverbranding en hoe we tegenwoordig daar anders over denken.
Tot slot wensen de schrijvers in een nawoord dat we alle planten om ons heen koesteren. “De natuur heeft geen mensen nodig, maar wij mensen kunnen niet zonder natuur”. En dat is de grootste waarheid in dit boek. Het boek is geschikt voor kinderen vanaf een jaar of 8. Je kunt het boek ook samenlezen. Dat hoeft niet noodzakelijkerwijs van pagina 1 tot 128, je kunt het openslaan waar je wilt of een interessegebied zoeken. Het is een leerzaam en goed te lezen boek, waar ook biologen nog wel wat weetjes uit kunnen oppikken.
Auteurs: Mátyás Bittenbinder, Barend Last. Illustratoren: Dagmar Heikens, János Bittenbinder, 128 pagina’s, Fontaine uitgevers, Website. ISBN 978-9464041033, €22,99.