Boerenlandvogelwerkgroep Genemuiden kan hulp gebruiken
Vorig jaar november ontving Bertus Busweiler de Overijsselse groene vrijwilligersprijs van de gemeente Zwartwaterland. Door zijn inzet kwam de boerenlandvogelwerkgroep Genemuiden weer tot leven. Binnenkort gaat het veldwerk weer beginnen. Bertus: “Je kunt wel zeggen dat ik na het vinden van mijn eerste kievitsei verslaafd ben geraakt. Als ik de vogels boven het land zie dan heb ik geen rust. Ik moet en zal die eieren vinden.”
Vroeger viel je zowat over de eieren
De boerenlandvogelwerkgroep Genemuiden bestaat nu uit zo’n tien mensen. Ieder heeft zijn eigen gebied. Voor Bertus is dat vooral de Mandjeswaard. “Vroeger viel je zowat over de eieren, je vond altijd wel wat. Maar de laatste jaren is het hard minder geworden. Het areaal plasdrasgebieden is afgenomen, het voorjaar is vaak te droog en te koud en het aantal predatoren zoals de vos, de marter, maar ook de ooievaar, is sterk toegenomen. Het eerste kievitsei wordt meestal begin maart gevonden, maar voor die tijd zijn we vaak al weken aan het observeren.”
Werkgroep weer actief
De groep in Genemuiden was een beetje los zand geworden. Bertus wist het afgelopen jaar het tij te keren. “Ik heb een bijeenkomst georganiseerd en zo de mensen weer wat bijeen gebracht. Landschap Overijssel en het Collectief Noordwest Overijssel waren er ook bij. Belangrijk, want Landschap Overijssel zorgt voor de vergunningen om te mogen zoeken en het collectief Noordwest Overijssel plaatst plasdras pompen bij boeren om zo het areaal plasdrasgebieden te vergroten. De bijeenkomst heeft goed gewerkt; we zijn weer als groep gaan functioneren en er zijn een aantal mensen bijgekomen.”
Tureluur het moeilijkst
Wie aan boerenlandvogels denkt, denkt vaak direct aan de kievit. Dat is niet vreemd, getalsmatig staat deze vogel ook rond Genemuiden op nummer 1 als het om het aantal nesten gaat. In de top vijf staan verder de scholekster, de wulp, de grutto en de tureluur. “Het aantal nesten dat we vinden loopt in de honderden”, zegt Bertus. “De nesten van de grutto en de tureluur zijn lastig om te vinden. Het gras staat dan al hoger. Vooral die van de tureluur zijn het moeilijkst. Om die te vinden kruip ik soms letterlijk op mijn knieën door het land, steeds voorzichtig het gras ombuigend.”
Contact met boeren
Voor de vrijwilligers is het belangrijk om contact te hebben met de boeren in het gebied. Voor Bertus betekent dat in de praktijk zo’n vijftien boeren. “We vertellen over de nesten die we vinden en kijken samen hoe we die het beste kunnen beschermen; soms vragen we om het land nog even niet te bewerken, andere keren om om de nesten heen te maaien”, zegt hij. “We hebben ook een mooie samenwerking met boerenlandvogelgroepen in andere gebieden. We helpen elkaar als het nodig is, zoals in de Mastenbroekpolder bij Zwolle. Daar hoorden ze dat de boer het land wilde gaan bewerken. Er werd een groep vrijwilligers opgetrommeld die met elkaar op de middag ervoor nog het land doorzocht. En met resultaat: we vonden zo’n vijftien nesten.”
Help mee de boerenlandvogels te beschermen
Wil je meehelpen de boerenlandvogels te beschermen? Niet alleen bij de boerenlandvogelwerkgroep Genemuiden maar ook bij tal van andere groepen zijn nieuwe vrijwilligers van harte welkom. Meld je aan bij Marja van Harten.