Parnassiaveldje revisited
Op de Natuurwerkdag zijn er veel boompjes verwijderd uit het Parnassiaveldje bij het Westerveldsebos, voormalige vuilstort in Zwolle. Na zeven maanden de moeite waard om te bekijken welk effect deze inzet heeft gehad.
Onder leiding van Piet Bremen, ecoloog en ooit initiatiefnemer van het plaggen van deze strook gingen de vrijwilligers kijken naar de resultaten.
Op 1 juni bracht een groep IVN’ers, KNNV’ers en enkele anderen een bezoek aan het Parnassiaveldje bij het Westerveldsebos. Doel was om te kijken of de werkzaamheden die met de Natuurwerkdag op 4 november 2022 uitgevoerd waren effect hadden gehad. Maar ook om de inventarisaties van Piet Bremer (vanaf 2015) een vervolg te geven.
De resultaten waren positief. De gemeente Zwolle nodigt ons uit om vaker met zo’n groep boompjes uit te steken om op deze plek, maar ook op andere plekken te helpen bij het beheer. De ecozone achter het Isala zou ook zo’n plek kunnen zijn.
Natuurwerkdag
Op de Natuurwerkdag zijn ruim 20 mensen een hele middag bezig geweest om boompjes uit te steken. Dat geeft op het Parnassiaveldje de ruimte voor de meer gewenste vegetatie, maar gaat ook verbossing tegen. De werkzaamheden konden niet uitgevoerd worden op de meest kwetsbare delen van het terrein. Dat stuk is later gemaaid in opdracht van de gemeente. De boompjes, vooral els, wilg, eik(jes), berk en populier zijn later op de WijKwekerij ‘de Verbinding’ in Stadshagen geplant. Daar worden ze verder opgekweekt om over een paar jaar in het Stadshagerbos hun definitieve plek te krijgen.
Bodem en cultuurhistorie
Het Parnassiaveldje ligt net ten zuiden van deze vuilstort. Het was van oorsprong een gebied met oude hooilandjes en een enkele akker rondom de monding van de Westerveldse Aa. Op de kaart van 1850 (zie www.topotijdreis.nl) kan je deze hooilandjes al zien. Omdat mest op de akkers dichtbij huis werd gebruikt, zijn deze hooilandjes relatief voedselarm. “De akkers en hooilandjes waren een zee van bloemen en rijk aan akkervogels”, zo schrijft Piet Bremer in zijn artikel over dit veldje (ZNT 2016-1). Met het afplaggen (midden jaren negentig) verdween de voedselrijke kleilaag die ontstond door jaarlijkse bevloeiing vanuit de Westerveldse Aa. De loodzandlaag die zichtbaar werd wijst op een nog oudere vegetatie: heide.
In de voedselarme strook kregen de zaadjes die nog aanwezig waren de kans te ontkiemen. De kalkrijke sloten die regelmatig overstromen zorgen voor een goede buffering. Maar wat komt er dan allemaal van nature boven? Dat was de vraag die Piet, die een van de initiatiefnemers was van de plagstrook, zich stelde.
Bijzondere planten
In een gebied met de naam Parnassiaveldje verwacht je natuurlijk de parnassia. Maar van nature kwam deze hier niet voor. Wel soorten als brunel, rode klaver, knoopkruid en grote ratelaar. Lichte zaden en sporen van Moeraswolfsklauw en rietorchis en ook draadrus verrijkten later het gebied.
Piet Bremer vertelde dat er extra inspanningen nodig waren om het Parnassiaveldje zijn soortenrijkdom te geven. Zonder zijn wetenschappelijke experimenten waren parnassia, vetblad, draadgentiaan en stijve ogentroost niet in dit gebied verschenen. Piet was nieuwsgierig of dit potentierijk terrein plaats kon bieden aan planten uit vergelijkbare gebieden. En dat bleek het geval. Hij zaaide op beperkte schaal een selectie aan planten. De kolonisatie ging in sommige gevallen exponentieel: eerst 10 planten, een jaar later 100 en toen 1000. Van vetblad zijn er nu 10.000den planten, en daarmee de grootste populatie van Overijssel! Maar ook andere planten hebben zich nu een vaste plek verworven.
Artikel Parnassiaveldje v.a. pagina 8
Waargenomen
Op de excursie zijn de volgende planten waargenomen: parnassia (alleen blad), vetblad, rietorchis, gevlekte orchis, moeraskartelblad, grote én kleine ratelaar, echte koekoeksbloem, blauwe knoop, pijpenstrootje, teer guichelheil, armbloemige waterbies, blonde zegge, moeraswolfsklauw, spaanse ruiter, veenmos, ronde zonnedauw, kleine zonnedauw. Ook de draadgentiaan zal zich binnenkort laten zien.
Het artikel in het (zie hierboven) geeft een overzichtskaartje van vegetatietypen en een uitgebreid beeld van de plantengroei die toen voorkwam. Sindsdien is het alleen maar meer geworden.
-lees verder onder de foto's-
Beheer en uitbreiding
De gemeente Zwolle heeft het beheer, mede dankzij deskundig advies van Piet, goed op orde. René Biemans en Gerhard Ganzenboer zorgen goed voor dit pareltje in de gemeente. Het terrein wordt jaarlijks minimaal 1x gemaaid, na het uitbloeien en zaadzetten van de parnassia (september / oktober). Met aanvullend beheer van vrijwilligers, waarbij boompjes op de minder kwetsbare delen uitgestoken worden, kan bosvorming worden voorkomen. De schaapskudde wordt buiten het gebied gehouden, zodat er geen bemesting plaatsvindt.
De plagstrook is sinds het begin twee keer ‘verlengd’ en loopt nu tot aan de Urksteeg. Het is relatief eenvoudig om dit door te trekken via Urksteeg en Kolksteeg naar de wijk Aalanden. Maar er zijn ook kansen voor een vergelijkbare vegetatie in Zwolle Zuid en de natuurzone achter het Isala ziekenhuis. Gemaaid en zaadrijk hooi van het Parnassiaveldje is jaarlijks beschikbaar voor deze kans…
Uitdaging
De openliggende vraag is nog: wie neemt binnen IVN/KNNV het voortouw om een groepje op te richten, om een paar keer per jaar boompjes uit te stekken op plekken waar het toegevoegde waarde heeft voor deze bijzondere vegetaties van Zwolle? De gemeente kijkt naar jou / jullie uit!
Meer over vrijwilligerswerk voor bijzondere planten- en dierensoorten
Dit artikel maakt onderdeel uit van een serie over verschillende diersoorten waarbij vrijwilligers betrokken zijn. Met deze serie willen we vrijwilligers die zich druk maken voor monitoring verbinden met gidsen en beheervrijwilligers.
Heb je ook zin om als vrijwilliger aan de slag te gaan, neem dan contact op met Landschap Overijssel, en vermeld dan waar je hart naar uit gaat. Wij brengen je dan in verbinding met de betreffende groep(en).
Wil je meer weten over vrijwilligerswerk bij Landschap Overijssel, bezoek dan onze website.
In deze serie artikelen over: