Geen oeverloos verhaal: het thuis van de oeverzwaluw
Zonder steile oevers heb je geen oeverzwaluwen. Deze kleinste zwaluw komt in de natuur voor waar rivieren botsen tegen de oever en zo kale zandige steilwanden maakt. Maar ook zandafgravingen en op bouwterreinen worden steile randen snel in beslag worden genomen door deze zwaluwen. De Oeverzwaluw maakt daarin nestholtes. Als er geen natuurlijke randen zijn, dan kunnen ze soms kiezen om te broeden in door mensen gemaakte betonnen steilwanden. Ze broeden altijd in kolonieverband. Met veel soortgenoten voelen zij zich veiliger.
Vrijwilligers zetten zich in om de broedplaatsen van oeverzwaluwen voor weer een nieuw seizoen in orde te maken. In dit artikel lees je meer over de oeverzwaluw en wat je moet doen om die in ons vlakke land te houden.
Ondiep gevorkte zwaluwstaart
De Oeverzwaluw (Riparia riparia) is onze kleinste zwaluw, een beschermde soort. De bovendelen van deze grappige vogels zijn bruin, maar ze hebben een witte onderbuik met een duidelijke bruine borstband. De onderzijde van de vleugels is vrij donker en de staart is ondiep gevorkt. Het geluid klinkt ZO.
Lemige steilwanden
De oeverzwaluw komt voor van nature voor in terreinen met grote open zoete wateren en rivieren met kale zandige of lemige steilwanden. De Oeverzwaluw maakt hierin nestholen van 60 tot 120 cm diep. Daarnaast broeden ze ook in steilwanden die door mensen zijn gemaakt, zoals afgravingen en zanddepots op bouwlocaties. Als die alle afwezig zijn kunnen ze ook broeden in door mensen geplaatste betonnen steilwanden. Deze broedplaatsen brengen voor de vogels nogal wat risico's met zich mee, doordat ze gevoelig zijn voor verstoring door goed- dan wel kwaadwillende mensen. Succesvolle broedplaatsen bevinden zich dan ook vaak op moeilijk bereikbare plekken.
Filmpje Het ravijn van de oeverzwaluw
Kwaliteit van de woning
Zwaluwen kunnen in onze winter niet overleven omdat er te weinig insecten vliegen vanwege de kou. Voordat zij vertrekken naar de overwinteringsgebieden in de Sahel-regio in Afrika gebruiken zij grote rietvelden als slaapplaats om op te vetten. Ze trekken in grote groepen van juli tot in oktober.
Ze komen terug als eerste van alle zwaluwen. Vanaf maart tot in juni zijn ze weer te bewonderen. Ze treffen dan graag schone nesten aan. Bij een natuurlijke oever is dat afslag van de steilwand door hoge waterstand. Bij meer natuurlijke steilwanden moet er een laagje worden afgestoken. Bij betonnen wanden worden de gaten leeggehaald en vervangen door vers zand.
De mannetjes keuren de wand op geschiktheid: is het schoon, is het lemig genoeg, kunnen er voldoende nieuwe gaten gegraven worden, kunnen de gangen diep genoeg, en is er eigenlijk voldoende voer aanwezig.
Boven het water vliegende insecten
Vanaf eind mei worden 4-5 eieren gelegd. De broedduur is 14-17 dagen. Meestal is er nog een tweede legsel, maar vaak in een andere kolonie. Broedt in kolonieverband in zelf gegraven gangen in steile wanden (natuurlijke oevers, afgravingen en zanddepots). Omdat kolonieplaatsen vaak tijdelijk van aard zijn, zijn kolonies niet plaats trouw. De jongen zitten 20-24 dagen op het nest voor ze uitvliegen. Op het menu staan vooral uit boven het water vliegende insecten, die in volle vlucht en laag boven het water worden gevangen.
De vijanden van de Oeverzwaluw, zoals marterachtigen, maken er een sport van om de nesten uit te graven. Ook valken plukken wel eens een zwaluw uit de lucht, maar het grootste gevaar is het ontbreken van vliegende insecten door het gebruik van insecticiden.
Artikel 461 wetboek van strafrecht
De oeverzwaluw houdt niet van verstoring door mens of andere dieren. Zorg voor een niet-openbare plek, bijvoorbeeld direct aan het water.
Een geschikte wand is verder loodrecht, liefst op het noorden of noordoosten gericht en slechts schaars begroeid. De aanvliegroute naar de wand moet vrij zijn van opschietende vegetatie. Een smal toegangspaadje voor onderhoud is wel zinvol.
Natuurlijke oeverzwaluwwanden die niet door het water worden afgekalfd, moeten elk jaar in de winter worden recht gestoken. Bij kunstmatige oeverzwaluwwanden moeten jaarlijks de nestpijpen worden schoongemaakt en van vers zand voorzien worden. Dit gebeurt vanaf de tweede helft van september. De vrijwilligers maken dan gebruik van een soort grondboren om het zand uit de pijpen te halen en van plastic dakgoten om het zand weer op de goede hoogte in te brengen. Het zand wordt met een soort stamper verdicht.
Wil je meer weten over de aanleg van een kunstmatige wand voor de oeverzwaluw, kijk dan naar deze Instructiefilm.
Afname of toename van de soort.
Het aantal in ons land broedende oeverzwaluwen varieert van 18 tot 25 duizend broedparen. De grote verschillen worden hoofdzakelijk veroorzaakt door de omstandigheden in de Sahel (lage overlevingskans bij extreme droogte aldaar) en de beschikbaarheid van natuurlijke steilwanden in Nederland door graaf- en bouwactiviteiten.
Als het aantal insecten verder afneemt komt het voortbestaan van de oeverzwaluw in gevaar. Goede zorg voor bodem, plantengroei en insectenleven draag bij aan het voortbestaan van de oeverzwaluw in Nederland. Daarnaast zijn we blij met de inzet van vrijwilligers die zorgen voor het onderhoud aan natuurlijke en kunstmatige oeverzwaluwwanden.
Meer over vrijwilligerswerk voor bijzondere planten- en dierensoorten
Dit artikel maakt onderdeel uit van een serie over verschillende diersoorten waarbij vrijwilligers betrokken zijn. Met deze serie willen we vrijwilligers die zich druk maken voor monitoring verbinden met gidsen en beheervrijwilligers.
Heb je ook zin om als vrijwilliger aan de slag te gaan, neem dan contact op met Landschap Overijssel, en vermeld dan waar je hart naar uit gaat. Wij brengen je dan in verbinding met de betreffende groep(en).
Wil je meer weten over vrijwilligerswerk bij Landschap Overijssel, bezoek dan onze website.
In deze serie artikelen over: